Eind 2023 startte Rivas Zorggroep het programma Langer Actief Thuis. Doel: mensen met een zorgvraag ondersteunen om hun zelfstandigheid te herwinnen. Het programma sluit aan bij het gegeven dat ouderen langer thuis wonen en dat er te weinig zorgmedewerkers zijn om voor hen te zorgen. Het programma werpt vruchten af, vertelt programmamanager Han van ‘t Hof. Cliënten hebben minder zorg nodig en medewerkers hebben meer plezier in hun werk.

Langer Actief Thuis is gebaseerd op het principe van ‘reablement’. Kort gezegd komt het erop neer dat cliënten ondersteunt en gemotiveerd worden om hun zelfredzaamheid te herstellen en versterken. Thuiszorgmedewerkers nemen niet over wat iemand nog zelf kan, maar coachen cliënten om zoveel mogelijk zelf te doen. Zo worden mensen minder afhankelijk van de zorg.

Han van 't Hof
© Rivas | Han van 't Hof

Aansluiten op IZA-doelen

Rivas Zorggroep is een zorgorganisatie in het midden van het land. De organisatie levert verschillende soorten zorg, van ziekenhuiszorg en verpleeghuiszorg tot wijkverpleging en dagbesteding. Aansluitend op de doelen van het Integraal Zorgakkoord besloot Rivas eind 2023 met twee teams te starten met Langer Actief Thuis.

“We hadden van tevoren inspiratie opgedaan bij zorgorganisatie Mijzo in Brabant”, vertelt Van ’t Hof. “Daar was men al begonnen met reablement. Wij besloten het iets anders te doen dan zij en Langer Actief Thuis aan te bieden aan een selectere groep cliënten. Alleen bij mensen van wie we verwachtten dat ze langere tijd in zorg zouden zijn, en bijvoorbeeld niet bij wondzorg en bij kortdurende zorg.”

Veel afstemming

Rivas begon met twee teams met verschillende aanpakken, om te kijken waar de nieuwe interventie het beste zou werken. Eén team bestond uit louter medewerkers van Rivas, bij het andere team sloten ook Wmo-medewerkers van de gemeente aan. “Dat bleek niet optimaal te zijn”, zegt Van ’t Hof. Er was heel veel afstemming nodig, en dat ging ten koste van de efficiëntie. Daarom zijn we voor nu verdergegaan met ons eigen team.”

Het kernteam bestond uit een ergotherapeut, een fysiotherapeut en een verpleegkundige. Als de verpleegkundige inschatte dat reablement bij een cliënt zou passen, vond een gezamenlijk intake plaats. Met de cliënten werden wensen en doelen besproken. Dat resulteerde in een persoonlijk werkplan. Tijdens de pilot werd een op de vijf nieuwe cliënten op deze manier in het programma opgenomen.

Drie ouderen aan tafel
© Freepik

30 procent minder zorguren

De ervaringen bij Mijzo hadden al een indicatie gegeven over mogelijke resultaten, en die werden bij Rivas bevestigd. Omdat er ook teams op de ‘traditionele wijze’ werkten, was het goed mogelijk om te vergelijken, aldus Van ’t Hof. Waar reguliere klanten gemiddeld 12 weken in zorg waren, werd de zorg bij LAT-cliënten na 7,5 weken beëindigd. Per saldo werden er bij LAT-cliënten 30 procent minder zorguren ingezet.

Zowel cliënten als medewerkers zijn positief over de nieuwe werkwijze. “Collega’s geven aan dat ze meer plezier in hun werk hebben”, zegt Van ’t Hof. “Ze zien cliënten zelfstandiger worden, en dat geeft veel voldoening. ‘Ik kan eindelijk doen waarvoor ik ben opgeleid’, zei de ergotherapeut. En ook cliënten zijn tevreden; 86 procent beveelt het aan.”

2500 tot 3000 fte minder zorgpersoneel

Rivas heeft uitgerekend dat wanneer alle teams volgens Langer Actief Thuis gaan werken, er jaarlijks een besparing op de schadelast mogelijk is van 1,75 tot 2,2 miljoen euro. Van ’t Hof: “Rivas heeft ongeveer 1 procent marktaandeel. Als je dat omrekent naar landelijk kom je uit op een besparing van 175 tot 220 miljoen euro! Plus dat je 2500 tot 3000 fte minder aan zorgpersoneel nodig hebt.”

Onzekere bekostiging

Ondanks deze positieve resultaten past Rivas de LAT-aanpak in slechts vier thuiszorgteams toe. Dat heeft te maken met de bekostiging, legt Van ’t Hof uit. In de pilotfase waren er IZA-gelden beschikbaar voor bijvoorbeeld scholing en projectmedewerkers. Na de pilot is er geen subsidie beschikbaar, terwijl er wel extra kosten zijn door overleg en reistijd.

“De IZA-gelden voor reablement staan ‘in de wachtstand’ omdat landelijke onderzoeken nog lopen. Dat belemmert opschaling. Regionaal zijn er wel afspraken gemaakt voor financiering in 2025-26, maar dat is niet structureel. We willen niet van pleister naar pleister rennen, maar een duurzame oplossing zoeken.”

Ouderen aan tafel
© Unsplash | Foto Age Cymru

Rivas wil verder

Het liefst zou Rivas Liever Actief Thuis breed uitrollen. Maar zolang de bekostiging niet geregeld is, is men terughoudend. Tot frustratie van veel collega’s, aldus Van ’t Hof. “Zij zien ook dat deze werkwijze effect heeft. Dat cliënten zelfstandiger worden en dat zij zelf meer voldoening hebben van hun werk. Ik snap dat er onderzoek naar de effectiviteit nodig is. Daar werken we graag aan mee. Maar we willen ook verder.”

Als de randvoorwaarden op orde komen, wil Rivas begin 2027 volledig opgeschaald zijn binnen de wijkverpleging. “Dan is Langer Actief Thuis de standaard werkwijze in alle teams,” zegt Van ’t Hof. Ook binnen de dagbesteding en de langdurige intramurale zorg ziet hij mogelijkheden om het gedachtegoed verder te integreren.

Verrijkende samenwerking

Wat kunnen andere organisaties leren van de aanpak? Van ’t Hof: “Zorg voor voldoende capaciteit aan behandelaren en betrek ze vanaf het begin. Onze ervaring is dat ze het werk leuk vinden en dat er weinig weerstand is tegen deze verandering.”

De samenwerking tussen disciplines blijkt verrijkend. “Collega’s leren van elkaars expertise. De ergotherapeut kijkt mee bij de wijkverpleging en geeft tips. Dat versterkt de kwaliteit van zorg.”

Toch is het niet altijd eenvoudig. “Soms wil een cliënt gewoon geholpen worden en niet zelf aan de slag. Dan moet je het gesprek aangaan over wat iemand zelf kan doen. Dat is niet altijd makkelijk, maar wel nodig. Het gaat erom dat we cliënten helpen om weer zelf regie te nemen. Dat is waar het uiteindelijk om draait.”