Met het Integraal Zorgakkoord en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord hebben de Regionale Overleggen Acute Zorg (ROAZ) de opgave om regionaal plannen te maken om de acute zorg toegankelijk, goed en betaalbaar te houden. Op 6 november kwamen de ROAZ-regio’s bijeen in Utrecht om kennis te delen, ervaringen uit te wisselen en samenwerking te stimuleren.

In het plenaire gedeelte van het congres gingen landelijk kwartiermaker IZA Aiko de Raaf en RIVAS-bestuurder Mariëlle Bartholomeus in gesprek met elkaar en met de zaal. Na deze sessie konden de bezoekers deelnemen aan diverse workshops. Hieronder kun je een samenvatting lezen van de plenaire bijeenkomst. Klik op de tegels voor een impressie van drie workshops.

Plenaire sessie: Waar komen we vandaan en waar willen we naartoe?

Aiko de Raaf begon de plenaire sessie met een korte historische schets van het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA). Het IZA is drie jaar geleden opgesteld. De aanleiding: de zorg staat onder druk door vergrijzing, stijgende zorgvraag en een tekort aan professionals.

Aiko de Raaf
© VWS, Aiko de Raaf

Veertien partijen, waaronder VWS, hebben zich verenigd om een transformatie in gang te zetten. Inmiddels hebben alle regio’s een werkagenda opgesteld en bestuurlijke structuren ingericht. Op 6 september 2025 is het AZWA gesloten. Dat versterkt de beweging naar samenwerking verder, met name richting het sociaal domein.

Vliegende Brigade

De Raaf vertelde hoe hij met de landelijke taskforce, ook wel de ‘Vliegende Brigade’, regio’s ondersteunt bij het realiseren van transformatieplannen. De taskforce bestaat uit experts die knelpunten helpen oplossen en kennis delen.

Een belangrijk inzicht: samenwerking vraagt om het loslaten van autonomie en het ontwikkelen van een gedeelde taal en visie. Regio’s verschillen in startpunt en dynamiek, maar hebben een gezamenlijk doel: toekomstbestendige zorg. Blauwdrukken zijn daarom minder geschikt. Regio’s moeten de ruimte krijgen om hun eigen weg te gaan.

Ketensamenwerking

Een voorbeeld van innovatieve samenwerking komt uit Zoetermeer, waar een coöperatie is opgericht van apothekers, VVT, spoedeisende hulp en eerstelijnszorg. Door één directeur aan te stellen, wordt het gedeelde belang centraal gesteld. Dit initiatief gaat verder dan ketensamenwerking en laat zien dat creativiteit en lef nodig zijn om echte transformatie te realiseren.

Financiering blijft uitdaging

Financiering van zorgtransformatie blijft een uitdaging. Er is € 140 miljoen beschikbaar vanuit het IZA, maar de plannen zijn overtekend. Bestuurlijk is besloten om bepaalde activiteiten te schrappen, zodat de regio’s door kunnen. Communicatie hierover is onderweg, beloofde De Raaf.

Er zijn weliswaar tijdelijke transformatiegelden beschikbaar, maar structurele bekostiging ontbreekt vaak. Ontschotting van financiering is een randvoorwaarde voor succes, aldus een van de deelnemers. Zonder deze basis blijft de uitvoering kwetsbaar en gefragmenteerd.

Aiko de Raaf (l) en Mariëlle Bartholomeus
© VWS, Aiko de Raaf (l) en Mariëlle Bartholomeus

Behalve financiering is digitale gegevensuitwisseling cruciaal voor goede samenwerking. Momenteel werken partijen met verschillende systemen. Dat bemoeilijkt uniforme triage en monitoring. Het streven is om patiëntstromen beter te volgen en knelpunten inzichtelijk te maken.

Zorg op afstand

Mariëlle Bartholomeus illustreerde met een voorbeeld hoe digitale innovatie kan bijdragen aan vermindering van de druk op de zorg. Meneer Visser, 67 jaar, heeft een buikoperatie gehad. Hij kan naar huis, maar er is geen wijkteam beschikbaar voor de wondzorg.

De zorgcentrale besluit mevrouw Visser een ‘Compaan’ te geven, een tablet met een speciale schil. De echtgenote krijgt instructies om de wond te verzorgen en een verpleegkundige kijkt op afstand mee. Zo kan meneer Visser tocht naar huis om daar van zijn operatie te herstellen.

Deze manier van werken voorkomt onnodige ziekenhuisopnames en biedt flexibiliteit. Cliënten ervaren deze vorm van zorg als positief, en het geeft bovendien zorgprofessionals met fysieke beperkingen nieuwe mogelijkheden om hun werk te blijven doen.

Mariëlle Bartholomeus haalt een reactie van een deelnemer op
© VWS

Stellingen en discussie

Aan het einde van de plenaire sessie werden drie stellingen besproken om het gesprek te verdiepen:

Landelijke blauwdruk voor zorgcoördinatie?

Meningen verschillen. Sommigen zien kaders als nuttig om versnippering te voorkomen, anderen vrezen rigiditeit en pleiten voor regionale maatwerkoplossingen. Consensus: richtlijnen kunnen helpen, maar ruimte voor lokale invulling is essentieel.

Optimalisatie versus transformatie

Optimalisatie verbetert bestaande processen, transformatie verandert fundamenteel. Beide zijn nodig: efficiëntie door het schrappen van doublures én structurele veranderingen zoals preventie en vroegsignalering. Preventie vraagt samenwerking met het sociaal domein, gemeenten en woningcorporaties.

Toekomstvisie 2040

De zorg moet toegankelijk, betaalbaar en mensgericht blijven. Ideaalbeeld: één centraal aanspreekpunt, digitale ondersteuning waar mogelijk, en een cultuur waarin mantelzorg en preventie vanzelfsprekend zijn. Tegelijkertijd blijft menselijk contact belangrijk. De uitdaging is om technologie en persoonlijke zorg in balans te brengen.

Belangrijke uitdagingen

Lef, samenwerking en flexibiliteit

De transitie naar toekomstbestendige zorg is onomkeerbaar, maar complex. Het vraagt om lef, samenwerking en flexibiliteit. Regio’s moeten leren van elkaar, experimenteren en successen delen. Digitale innovatie, preventie en domeinoverstijgende samenwerking zijn sleutelwoorden. Uiteindelijk draait het om de mens met een zorgvraag: zorg moet dichtbij, passend en betaalbaar blijven.